Italië heeft gehuild, toen wij terug naar huis vertrokken: tranen met tuiten. We hadden niet kunnen denken dat het land zo'n verdriet zou kunnen hebben door ons te zien weggaan.
Al het geluk was vast voor Zwitserland, dat ons stralend verwelkomde (op z'n minst zonder de duilerige regen). De hemel klaarde min of meer uit, en de lieflijke dorpjes langs de weg lagen er dromerig bij.
Bij de ouders van Markus kregen we een heerlijke maaltijd, een warm bed en de volgende morgen een stevig, gezond ontbijt. En bovendien nog een boeiende rondleiding in de jeugdomgeving van Markus.
Maar toen begon Zwitserland te beseffen dat we daar niet zouden blijven, en net zoals Italië de vorige dag, begon het land te huilen, tranen met tuiten...
Zelfs Frankrijk was eensgezind in zijn verdriet. En België, dat blij had moeten zijn om zijn burgers te zien terugkeren, haalde de zonneschijn niet te voorschijn, maar ging aan het mokken...
Tja, en als het weer hier niet warmer wordt, dan overwegen we toch om nog maar eens te verdwijnen - naar hartelijkere contreien...
vrijdag 14 mei 2010
dinsdag 11 mei 2010
Milaan, tweede dag
Het weerbericht gaf voor vandaag regen, en dus wilden we van elk droog moment gebruik maken om buiten te zijn. Toen we uit het hotel vertrokken, zag het er wel donker uit, maar het was droog. Onze eerste bestemming werd dus de Cimitero Monumentale (het monumentale kerkhof), zeg maar de Père Lachaise van Milaan. Monumentaal was het inderdaad, tjokvol met familiekapellen en monumenten voor bekende Italianen.
Wij hadden gedacht dat het een verzameling van vergane glorie zou zijn, maar dat is het niet. Milaan zou Milaan niet zijn, als ook niet hier een nieuw design van familiegraven zou zijn. Oud en nieuw staan broederlijk naast elkaar; de recente 'kapellen' voelen aan als een eenvoudig welkom voor de bezoeker, sommige lijken op een hotellobby, andere als een huiskamer, maar nooit meer pronkerig zoals in de oude stijl.
Waren we gisteren zo overmoedig om zo veel mogelijk te voet te gaan (onze preferentiële manier om een stad te verkennen), vandaag hadden we ons lesje geleerd: Milaan is simpelweg te groot om dat te doen. We namen dus de tram naar het Castello om de musea te zien. Daar namen we ook een audioguida om wat achtergrond over al de kunstwerken te krijgen. Stom genoeg namen we een audioguida met twee hoofdsets, (zoiets als een cola met twee rietjes...), waardoor we de hele tijd aan elkaar hingen, en in de draden verstrengeld geraakten. Niet te doen :( . Dat de opstelling van de kunstwerken in de zalen niet erg compatibel was met de commentaren op de audioguida, maakte het al evenmin gemakkelijk. Gelukkig waren de tentoongestelde werken stuk voor stuk de moeite, zoals bijv. de laatste Piëta van Michelangelo.
Vandaar ging het naar San Lorenzo Maggiore, een heel oude koepelkerk, die regelmatig ingestort en heropgebouwd is. Aan de ingang van de Capella di Sant'Aquilino viel ons oog op een fresco met Nicodemus erop, terwijl hij een nagel uit de voet van Jezus op het kruis trok. Dus maar snel een fotootje daarvan - tot meerdere instructie van Charlotte!
Toen we uit de kerk kwamen, startte het einde van de wereld: de hemel werd zwart en op onze weg naar de tram, kregen we een wolkbreuk op ons dak, wat ons verplichtte om onder een oude boog te gaan schuilen. Dat dreigde een streep door de rekening te worden, omdat we nog snel naar de Scala wilden, voor de deur er dichtging. Uiteindelijk spurtten we maar naar de tram (30 meters, en voldoende om ons te verzuipen), maar we waren net op tijd om de Scala te zien. Indrukwekkend muziektheater! Als we ooit eens terugkomen, moeten we zeker naar de opera (224 euro voor een goede plaats...)
En toen zijn we tussen de resterende druppels, en de ondergelopen straten naar het hotel teruggewandeld,
langs het beroemde modedistrict en de Corso Venezia, met een pleiade van interessante gebouwen, in heel diverse stijlen. En daarmee kan ik bevestigen dat ons oponthoud in Milaan geslaagd mag heten!
Wij hadden gedacht dat het een verzameling van vergane glorie zou zijn, maar dat is het niet. Milaan zou Milaan niet zijn, als ook niet hier een nieuw design van familiegraven zou zijn. Oud en nieuw staan broederlijk naast elkaar; de recente 'kapellen' voelen aan als een eenvoudig welkom voor de bezoeker, sommige lijken op een hotellobby, andere als een huiskamer, maar nooit meer pronkerig zoals in de oude stijl.
Waren we gisteren zo overmoedig om zo veel mogelijk te voet te gaan (onze preferentiële manier om een stad te verkennen), vandaag hadden we ons lesje geleerd: Milaan is simpelweg te groot om dat te doen. We namen dus de tram naar het Castello om de musea te zien. Daar namen we ook een audioguida om wat achtergrond over al de kunstwerken te krijgen. Stom genoeg namen we een audioguida met twee hoofdsets, (zoiets als een cola met twee rietjes...), waardoor we de hele tijd aan elkaar hingen, en in de draden verstrengeld geraakten. Niet te doen :( . Dat de opstelling van de kunstwerken in de zalen niet erg compatibel was met de commentaren op de audioguida, maakte het al evenmin gemakkelijk. Gelukkig waren de tentoongestelde werken stuk voor stuk de moeite, zoals bijv. de laatste Piëta van Michelangelo.
Vandaar ging het naar San Lorenzo Maggiore, een heel oude koepelkerk, die regelmatig ingestort en heropgebouwd is. Aan de ingang van de Capella di Sant'Aquilino viel ons oog op een fresco met Nicodemus erop, terwijl hij een nagel uit de voet van Jezus op het kruis trok. Dus maar snel een fotootje daarvan - tot meerdere instructie van Charlotte!
Toen we uit de kerk kwamen, startte het einde van de wereld: de hemel werd zwart en op onze weg naar de tram, kregen we een wolkbreuk op ons dak, wat ons verplichtte om onder een oude boog te gaan schuilen. Dat dreigde een streep door de rekening te worden, omdat we nog snel naar de Scala wilden, voor de deur er dichtging. Uiteindelijk spurtten we maar naar de tram (30 meters, en voldoende om ons te verzuipen), maar we waren net op tijd om de Scala te zien. Indrukwekkend muziektheater! Als we ooit eens terugkomen, moeten we zeker naar de opera (224 euro voor een goede plaats...)
En toen zijn we tussen de resterende druppels, en de ondergelopen straten naar het hotel teruggewandeld,
langs het beroemde modedistrict en de Corso Venezia, met een pleiade van interessante gebouwen, in heel diverse stijlen. En daarmee kan ik bevestigen dat ons oponthoud in Milaan geslaagd mag heten!
maandag 10 mei 2010
Milaan en de kerken
Milaan gaat ons begrips- en uithoudingsvermogen een beetje te boven. De stad is zo immens in vergelijking met Turijn dat ze ons overdondert met al haar uitgebreide mogelijkheden. Het werd dus een kwestie van keuzes maken. Doordat de musea op een maandag gesloten zijn, kwamen vandaag de kerken en de shopping aan de beurt. We begonnen met San Ambrogio, waar de patroonheilige van Milaan zijn laatste rustplaats gevonden heeft. Een mooie romaanse kerk, die voor ons toegankelijker was dan de vele, barokke tempels van Turijn.
De Santa Maria delle Grazie (waar Da Vinci’s Laatste Avondmaal zich bevindt) hebben we in één oogopslag gezien, omdat een ongeduldige witte pater om 12 uur stipt aan zijn siësta wou beginnen en de kerk achter ons sloot.
De Duomo, de derde grootste kerk ter wereld, hebben we van onder tot boven verkend – we hebben zeker even lang op het dak rondgelopen als in de kerk zelf. Van welke kant je het ook bekijkt, het gebouw is overweldigend. Dat begint al bij de eerste aanblik vanop het immense plein, waar de Duomo concureert met de al even indrukwekkende galerij Vittorio Emmanuele.
Je zou een halve dag nodig hebben om binnenin zelfs nog niet de helft op je te laten inwerken. Neem nu maar de brandramen of de marmeren vloeren (ik zou daar een plechtiger woord moeten voor vinden) of de beeldhouwwerken: je hebt ogen te kort om het allemaal in je op te nemen. En dan val je op het dak nog eens bijna achterover van het kantwerk in steen. Geen wonder dat er wel 500 jaar aan gewerkt is – om maar niet te spreken over de blijvende inspanning om het gebouw te onderhouden, zodat er niet van alles naar beneden tuimelt.
In de ‘wereldlijke’ sector moest men in grootsheid niet onderdoen: het Castello Sforzesco is al even immens, maar dat moeten we morgen nog eens verder verkennen, als de musea open zijn. Plezant detail (dat met de rest niet veel te maken heeft): in de slotgrachten wonen een aantal poezenfamilies met kroost...
En nog een ander leuk detail: sommige van de trams komen uit een ver verleden aangedonderd (letterlijk) , en zijn bijzonder charmant!
De Santa Maria delle Grazie (waar Da Vinci’s Laatste Avondmaal zich bevindt) hebben we in één oogopslag gezien, omdat een ongeduldige witte pater om 12 uur stipt aan zijn siësta wou beginnen en de kerk achter ons sloot.
De Duomo, de derde grootste kerk ter wereld, hebben we van onder tot boven verkend – we hebben zeker even lang op het dak rondgelopen als in de kerk zelf. Van welke kant je het ook bekijkt, het gebouw is overweldigend. Dat begint al bij de eerste aanblik vanop het immense plein, waar de Duomo concureert met de al even indrukwekkende galerij Vittorio Emmanuele.
Je zou een halve dag nodig hebben om binnenin zelfs nog niet de helft op je te laten inwerken. Neem nu maar de brandramen of de marmeren vloeren (ik zou daar een plechtiger woord moeten voor vinden) of de beeldhouwwerken: je hebt ogen te kort om het allemaal in je op te nemen. En dan val je op het dak nog eens bijna achterover van het kantwerk in steen. Geen wonder dat er wel 500 jaar aan gewerkt is – om maar niet te spreken over de blijvende inspanning om het gebouw te onderhouden, zodat er niet van alles naar beneden tuimelt.
In de ‘wereldlijke’ sector moest men in grootsheid niet onderdoen: het Castello Sforzesco is al even immens, maar dat moeten we morgen nog eens verder verkennen, als de musea open zijn. Plezant detail (dat met de rest niet veel te maken heeft): in de slotgrachten wonen een aantal poezenfamilies met kroost...
En nog een ander leuk detail: sommige van de trams komen uit een ver verleden aangedonderd (letterlijk) , en zijn bijzonder charmant!
zondag 9 mei 2010
Rijden op Italiaanse wegen - Milaan en Marilia
Ik moet nog iets vertellen over de eigen interpretaties van de wegcode door Italiaanse chauffeurs en weggebruikers.
Italianen (en bij navolging: bezoekers van Italië) stellen zelf hun wegcode op, en die luidt: wat vind ik zelf een zinnige manier om het verkeer -en vooral mijn eigen nood- vlot te laten lopen? Dat begint al met de voetgangers, die een rood licht straal negeren, als er geen auto in de onmiddellijke nabijheid 'zichtbaar' is. Waarom zouden ze immers halt houden, als het toch mogelijk is om tussen die auto's te laveren? Die auto's hebben daar toch geen last van? Denk je maar... Vandaag was er iemand die parmantig de straat begon over te steken als het licht voor mij op groen sprong. Zucht.
Chauffeurs zijn nog eigenzinniger. Een bord van 50 per uur? Wat zal het! Op een zondagmorgen is er toch weinig volk op straat, dan is 50 toch absoluut onzinnig. Als een stomme buitenlander zich dan aan de regels houdt, dan hangen we daar zo dicht mogelijk tegenaan, en zodra mogelijk halen we die in, desnoods langs de rechterkant als er elders geen plaats is. En een rood licht? Als er niemand op de baan is, dan is er toch geen reden om maar niet snel even dat rood licht te negeren, als ik rechts af moet...
En parkeren als er geen plaats meer is. Dan gaan we toch in dubbele rij parkeren! Of als de baan breed genoeg is, dan maken we lekker een parkeerplaats in het midden van de baan op de witte lijn tussen de twee baanvakken! Je zult zien dat het niet lang duurt of er staan drie auto's in het midden van de baan geparkeerd. Gevaarlijk of storend? Ach kom, ik ben toch maar even een brood halen of een pakje sigaretten. Wie kan daar nu over zeuren...
In dit soort heksenketel zijn we dus terechtgekomen. Gelukkig maar dat we hier in Milaan een parkeergarage hebben, en dat de kruiers van het hotel onze auto zelf aan die parkeerplaats helpen!
We zijn pas in Milaan toegekomen, en we hebben enkel nog maar een beeld van het centraal station, dat zich in kathedraal vermomd heeft.
Onze eigenlijke reden om naar Milaan te komen, was Marilia, de Italiaanse die we in Bromley hebben leren kennen. Door de gietende regen zijn we naar haar toe gereden, en daar werden we verwend met een lekkere Italiaanse maaltijd, met allers erop en eraan: primo piatto, secondo piatto, dolce - en een goed glas wijn. En ondertussen wisselden we alle verhalen uit waarvan de draad op een of andere manier de laatste jaren onderbroken was. Verhalen met een lach en een traan...
Italianen (en bij navolging: bezoekers van Italië) stellen zelf hun wegcode op, en die luidt: wat vind ik zelf een zinnige manier om het verkeer -en vooral mijn eigen nood- vlot te laten lopen? Dat begint al met de voetgangers, die een rood licht straal negeren, als er geen auto in de onmiddellijke nabijheid 'zichtbaar' is. Waarom zouden ze immers halt houden, als het toch mogelijk is om tussen die auto's te laveren? Die auto's hebben daar toch geen last van? Denk je maar... Vandaag was er iemand die parmantig de straat begon over te steken als het licht voor mij op groen sprong. Zucht.
Chauffeurs zijn nog eigenzinniger. Een bord van 50 per uur? Wat zal het! Op een zondagmorgen is er toch weinig volk op straat, dan is 50 toch absoluut onzinnig. Als een stomme buitenlander zich dan aan de regels houdt, dan hangen we daar zo dicht mogelijk tegenaan, en zodra mogelijk halen we die in, desnoods langs de rechterkant als er elders geen plaats is. En een rood licht? Als er niemand op de baan is, dan is er toch geen reden om maar niet snel even dat rood licht te negeren, als ik rechts af moet...
En parkeren als er geen plaats meer is. Dan gaan we toch in dubbele rij parkeren! Of als de baan breed genoeg is, dan maken we lekker een parkeerplaats in het midden van de baan op de witte lijn tussen de twee baanvakken! Je zult zien dat het niet lang duurt of er staan drie auto's in het midden van de baan geparkeerd. Gevaarlijk of storend? Ach kom, ik ben toch maar even een brood halen of een pakje sigaretten. Wie kan daar nu over zeuren...
In dit soort heksenketel zijn we dus terechtgekomen. Gelukkig maar dat we hier in Milaan een parkeergarage hebben, en dat de kruiers van het hotel onze auto zelf aan die parkeerplaats helpen!
We zijn pas in Milaan toegekomen, en we hebben enkel nog maar een beeld van het centraal station, dat zich in kathedraal vermomd heeft.
Onze eigenlijke reden om naar Milaan te komen, was Marilia, de Italiaanse die we in Bromley hebben leren kennen. Door de gietende regen zijn we naar haar toe gereden, en daar werden we verwend met een lekkere Italiaanse maaltijd, met allers erop en eraan: primo piatto, secondo piatto, dolce - en een goed glas wijn. En ondertussen wisselden we alle verhalen uit waarvan de draad op een of andere manier de laatste jaren onderbroken was. Verhalen met een lach en een traan...
zaterdag 8 mei 2010
Turijn, vervolg
Wie Italië zegt, vermeldt in een adem ook de Italiaanse keuken. Welnu, om daarvan te genieten, hebben we de juiste plaats gekozen. Vlak voor ons hotel ligt EATALY, een enorme markt met al de lekkerste Italiaanse producten.
Bovendien heeft elke specialiteit een eigen mini-restaurant opgebouwd, zodat je van al die lekkernijen kunt proeven; de ideale plaats om onze dag af te sluiten. De eerste avond hebben we de charcuterie en de kazen uitgetest, de tweede avond kozen we een uitstekende lasagne, de derde avond is een visavond geworden.
Turijn staat overigens ook bol van de marktjes en markten. Gisteren belandden we onverwacht op de enorme Piazza della Repubblica, die overvol met o.a. fruitkraampjes stond (Bonn in veelvoud) en met heel aantrekkelijke prijzen. Waren we niet zo ver van huis, dan hadden we heel onze auto volgeladen... En vandaag zijn we kriskras door de vele straatjes en lanen op bijna even zoveel ontzagwekkende piazza’s beland.
Ik heb al gesproken over de cultuur van Torino. Deze stad is heel lang geregeerd door het rijke huis van Savoia, en dat is eraan te zien. We zijn hun paleis gaan bezoeken en vielen steil achterover van de luxueuze vertrekken (denk maar aan Versailles). De pracht van het hof zet zich verder in de vele paleizen en prachtige huizen langs de brede lanen. We hebben een paar uur door de kilometerslange arcaden gelopen, tot we onze voeten niet meer voelden...
Vandaag wilden we het Egypyisch museum aandoen en het filmmuseum (vooral het gebouw, de Mole Antonelliana, het hoogste van Torino). Helaas, er stond bij beide een file van zeker 45 minuten aan te schuiven – en dus hebben we onze plannen gewijzigd: het werd Palazzo Madama met een museum van oude kunst (Middeleeuwen tot Barok) en een toevallige tentoonstelling over Italiaans keramiek tussen 1927-1937. Opnieuw waren we zwaar onder de indruk van de pracht en de praal van het paleis en van de selectie van de tentoongestelde werken.
Om onze dag af te ronden zijn we nog eens op het DAK van de Lingotto (waar ons hotel deel van uitmaakt) gaan wandelen: daar bevond zich het testcircuit van Fiat. Weer een stuk geschiedenis voor ogen gekregen! Morgenvroeg gaan we nog de kunstcollectie van de Fiat-bazen, de Agnelli’s gaan bezoeken, en dan gaat het richting Milaan om Marilia te bezoeken.
Bovendien heeft elke specialiteit een eigen mini-restaurant opgebouwd, zodat je van al die lekkernijen kunt proeven; de ideale plaats om onze dag af te sluiten. De eerste avond hebben we de charcuterie en de kazen uitgetest, de tweede avond kozen we een uitstekende lasagne, de derde avond is een visavond geworden.
Turijn staat overigens ook bol van de marktjes en markten. Gisteren belandden we onverwacht op de enorme Piazza della Repubblica, die overvol met o.a. fruitkraampjes stond (Bonn in veelvoud) en met heel aantrekkelijke prijzen. Waren we niet zo ver van huis, dan hadden we heel onze auto volgeladen... En vandaag zijn we kriskras door de vele straatjes en lanen op bijna even zoveel ontzagwekkende piazza’s beland.
Ik heb al gesproken over de cultuur van Torino. Deze stad is heel lang geregeerd door het rijke huis van Savoia, en dat is eraan te zien. We zijn hun paleis gaan bezoeken en vielen steil achterover van de luxueuze vertrekken (denk maar aan Versailles). De pracht van het hof zet zich verder in de vele paleizen en prachtige huizen langs de brede lanen. We hebben een paar uur door de kilometerslange arcaden gelopen, tot we onze voeten niet meer voelden...
Vandaag wilden we het Egypyisch museum aandoen en het filmmuseum (vooral het gebouw, de Mole Antonelliana, het hoogste van Torino). Helaas, er stond bij beide een file van zeker 45 minuten aan te schuiven – en dus hebben we onze plannen gewijzigd: het werd Palazzo Madama met een museum van oude kunst (Middeleeuwen tot Barok) en een toevallige tentoonstelling over Italiaans keramiek tussen 1927-1937. Opnieuw waren we zwaar onder de indruk van de pracht en de praal van het paleis en van de selectie van de tentoongestelde werken.
Om onze dag af te ronden zijn we nog eens op het DAK van de Lingotto (waar ons hotel deel van uitmaakt) gaan wandelen: daar bevond zich het testcircuit van Fiat. Weer een stuk geschiedenis voor ogen gekregen! Morgenvroeg gaan we nog de kunstcollectie van de Fiat-bazen, de Agnelli’s gaan bezoeken, en dan gaat het richting Milaan om Marilia te bezoeken.
vrijdag 7 mei 2010
De tocht naar Turijn, en de Lijkwade
Onze heenreis verliep zonder veel incidenten. Van Bierbeek naar Zwitserland was een makkie, afgezien van de stortregen toen we in Zwitserland aankwamen. Het landschap daar bleef dus een onbeschreven blad, omdat het helemaal in de nevel gehuld was. De tweede dag van de heenreis bleef kil, maar alles was toch zichtbaar, en naarmate we dichter bij de Grote Bernardpas kwamen werden de ondergesneeuwde bergen oogverblindend (letterlijk en figuurlijk).
Italië betekende meteen al een verschil in stijl: zeker naarmate we Torino naderden, werd het verkeer stresserender. Getoeter was mijn deel, als ik weer eens te lang aarzelde – godzijgeprezen dat ik ‘ons madam’ (de gps, voor niet-ingewijden) had om ons in de knopen van Torino de weg te wijzen.
Ons hotel (Le Méridien) is deel van de door Renzo Piano gerestaureerde Fiat-fabriek, en is op zijn minst indrukwekkend. Turijn is een uitnodigende stad, met voor elk wat wils: veel cultuur, en zomaar eventjes 18 km winkelgalerijen (zodat de ijverige shopper altijd droog blijft onder de overvloedige regen alhier).
Onze reden om deze stad te bezoeken was de tentoonstelling van de Lijkwade van Turijn gedurende 6 weken. Alles ademt hier de Sindone (zoals ze in het Italiaans genoemd wordt) – overal tentoonstellingen, activiteiten, boeken, stalletjes, spandoeken : het is een industrie op zichzelf. Schoolkinderen en andere pelgrims – zo worden de bezoekers genoemd – stromen in dichte drommen toe.
Om de lijkwade te zien, moest je vooraf gereserveerd hebben, maar als je denkt dat iemand hier naar je reservatie vroeg – noppes: zo georganiseerd zijn de Italianen niet. Het duurde meer dan een uur voor we in de kou en motregen tot in de kerk geraakten: het was aanschuiven zoals in Disneyland. Overigens zorgden ze er wel voor dat je wist wat je te zien kreeg, via een filmpje met uitleg. De Lijkwade zou, als je op de recentste onderzoeken afgaat, best wel eens de reële lijkwade van Jezus kunnen zijn. Bij het zien ervan waren we toch erg onder de indruk.
Daarna zijn we nog naar 2 tentoonstellingen over de Sindone geweest, om onze kennis ervan en de geschiedenis errond nog wat te verdiepen. We hebben onze tijd hier dus goed gebruikt.
zaterdag 1 mei 2010
Ten geleide
Herinneringen krijg je als je over ervaringen begint te vertellen. Als het verhaal stopt, vervaagt ook wat je meegemaakt hebt - en er zijn dingen die je eigenlijk liever niet vergeet. Zeker nu we niet meer piepjong zijn, haalt ons geheugen allerlei rare toeren met ons uit, en dan kan zo'n blog wel eens een steuntje bieden. Dat zeg ik om een excuus voor dit geschrijf te leveren. Want, beste lezer, na Nieuw-Zeeland hebben we de microbe goed te pakken...
Onze mini-reis brengt ons naar 2 steden: Turijn en Milaan. Voor beide hebben we een onweerstaanbare aanleiding. In Turijn wordt nog een paar weken de lijkwade van Turijn tentoongesteld, en daarvoor hebben we al geruime tijd geleden gereserveerd. In Milaan woont mijn vriendin Marilia, die ik in geen tijden gezien heb, en - om het in computertermen te zeggen - ons verhaal is aan een dringende update toe.
Als het lukt, proberen we ook nog eens de ouders van Sarahs vriend, Markus, in Zürich te gaan groeten. Zeg nu zelf, als dit alles geen voorbeeld is van 'het nuttige aan het aangename paren', dan weet ik het ook niet meer.
Ziezo, daarmee is het ijs weer gebroken. Hopelijk lukt het aldaar ook een beetje met Internet!
Abonneren op:
Posts (Atom)